Functie:
Belangrijk in enzym reacties o.a. in het weerstandssysteem
- Antioxidant (SOD).
- Hb-stimulator Cu kan worden opgeslagen in de lever.
- Cu status alleen goed te beoordelen via leverbiopt.
Tekort:
< 10 mg Cu/ kg Ds
- Plotselinge dood, hartproblemen.
- Bloedarmoede, verminderde groei, ruig en dor haarkleed
- (rood wordt geel, zwart wordt bruin), koperbril, haaruitval rond de ogen.
- Diarree, Slechte vruchtbaarheid, verlate pubertijd, slechte tocht, slechte sperma kwaliteit.
- Kopertekort in de droogstand: Verhoogde kans (na afkalven) op baarmoederontsteking, mastitis en zwakke kalveren.
Antagonisten:
- IJzer > 300 mg /kds
- Zwavel > 2,5 mg/ds met name in combinatie met hoog Molybdeen (Mo), zie grafiek.
Behoefte:
- 15-20 mg Cu/ kg Ds Cu/ Mo verhouding 6-10:1
Koper overschot/vergiftiging:
- Chronisch: >80-100 mg Cu /kg ds
- Verschijnselen: Treuren, verminderde weerstand, vermageren, verlaagde melkproduktie, bloedarmoede, oxide reuk aan de melk, verminderde S beschikbaarheid in de pens
- Acuut: > 700 mg/kg
- Verschijnselen: cirkelen, slaan met de kop.
Wettelijk maximale dosering:
- 35 mg/kg DS rantsoen 3500 mg/kg aanvullend voer (mineraal)
Koper aanvulling:
- Cu sulfaat heeft duidelijk de voorkeur, Cu oxide heeft een duidelijk lagere beschikbaarheid.
- Cu hydroxychloride: goed benutbare anorganische koperbron mnet een hoge biobeschikbaarheid, vormt geen complexen in de pens met andere elementen.
- Cu chelaat: hoge biobeschikbaarheid, interessant bij hoger aandeel antagonisten en daar waar de weerstand extra ondersteuning vraagt.
Onderstaande grafiek laat zien hoe de beschikbaarheid van koper negatief wordt beinvloed door zwavel (S) en molybdeen (Mo).
